Wat is hielspoor en wat kun je er (zelf) tegen doen?
Heb je bij het lopen en staan pijn onder je hiel? Dan bestaat de kans dat je last hebt van hielspoor. Wij leggen uit wat hielspoor is, hoe het ontstaat, geven tips om het te voorkomen en leggen uit wat je er (zelf) tegen kunt doen.
Wat is hielspoor?
De termen hielspoor en fasciïtis plantaris worden vaak door elkaar gebruikt, maar betekenen eigenlijk niet helemaal hetzelfde. Als het peesblad onder de voet geïrriteerd en ontstoken raakt, praten we over fasciïtis plantaris. Door langdurige irritatie van het peesblad kan, ter plaatse van de aanhechting van het peesblad op het hielbeen, botgroei ontstaan. We spreken dan over hielspoor.
Bij hielspoor heb je soms pijn bij je hiel aan de onderkant van je voet. Vooral als je:
- Loopt
- Staat
- Net bent opgestaan
- Op de plek onder je hiel drukt
Zit of lig je en drukt er niets op de hiel? Dan heb je meestal nergens last van.
Hielspoor kan een paar maanden tot wel meer dan één jaar duren.
Leeftijd
Hielspoor komt het meest voor bij mensen tussen de 40 en 60 jaar, maar je kunt er zeker ook op een andere leeftijd last van krijgen. Bij kinderen komt hielspoor vrijwel niet voor.
Hoe ontstaat hielspoor?
Aan de onderkant van je voet zit een belangrijke pees. Die loopt van je hiel tot je tenen. Als je loopt, rek je deze pees uit. Belast je de pees te veel? Bijvoorbeeld door lang staan, wandelen, hardlopen of springen? Dan kan de plek waar de pees vast zit aan je hiel geïrriteerd raken. Door langdurige irritatie van het peesblad kan, ter plaatse van de aanhechting van het peesblad op het hielbeen, botgroei ontstaan. We spreken dan over hielspoor.
De kans op hielspoor is een stuk groter als je de activiteit niet gewend bent. Bijvoorbeeld als je 10 kilometer hardloopt, terwijl je normaal alleen rustig wandelt.
Risicofactoren
Je kans op hielspoor is groter als:
- Je weinig beweegt.
- Je juist heel intensief beweegt.
- Je langdurig staat.
- Je te zwaar bent.
- Je platvoeten of holvoeten hebt.
- Je een korte achillespees of korte kuitspier hebt.
Hoe kun je hielspoor voorkomen?
Om hielspoor te voorkomen:
- Zorg je ervoor dat je je voeten niet overbelast.
- Bouw je sporten en intensieve activiteiten geleidelijk op.
Dit verkleint het risico. Het neemt het risico niet 100% weg, dat is simpelweg niet mogelijk.
Wat kun je (zelf) tegen hielspoor doen?
Het belangrijkste wat je bij hielspoor kunt doen is rust nemen. Daarnaast zijn er oefeningen die kunnen helpen. Soms is het nodig om naar de huisarts, een podotherapeut of orthopeed te gaan.
Wat kun je zelf doen?
Rust staat op de eerste plaats voor de genezing van hielspoor. Dat betekent echter niet dat je zo min mogelijk moet bewegen. Het is juist belangrijk om wel in beweging te blijven, maar met mate en voorzichtig.
Mag je sporten met hielspoor?
Je mag gewoon sporten met hielspoor, maar wel voorzichtig. Sport minder fanatiek dan gewoonlijk. Of kies een sport waarbij je voeten minder belast worden.
Wil je beginnen met sporten? Bouw het dan voorzichtig op en houd in de gaten of je hielspoorklachten niet toenemen.
Goede schoenen
Draag goede schoenen. Welke schoenen fijn zitten, is niet voor iedereen hetzelfde. Probeer daarom verschillende schoenen uit of vraag een podotherapeut of orthopeed om advies. Soms kunnen inlegzolen helpen.
Oefeningen bij hielspoor
Rekoefeningen kunnen helpen om sneller van hielspoor af te komen. Bijvoorbeeld door:
- Te knielen op een been, terwijl je de tenen van je andere voet op de grond houdt.
- Je tenen naar je toe te trekken terwijl je zit.
Wees ook hierbij voorzichtig. De rekoefeningen horen geen pijn te doen.
Wanneer naar een arts, podotherapeut of orthopeed?
Soms is het beter (of nodig) om naar een professional te gaan.
Bijvoorbeeld als:
- De pijn begonnen is na een val of ongeluk.
- Allebei je voeten pijn doen.
- Je voet ook pijn doet als je zit of ligt.
- Je klachten niet minder worden, terwijl je de adviezen hierboven opvolgt.
- Je een ontsteking vermoedt. Symptomen hiervan zijn roodheid, warmte en verdikking.
- Je last hebt van tintelingen of gevoelloosheid in je voet.